Er zijn geen regels voor bevallen, tenzij je ze zelf maakt.
Ik pauzeer even, dan kun je er even over nadenken.
…
…
…
Oké.
De bovenstaande zin kun je inderdaad op twee manieren opvatten:
1) Jij maakt de regels voor je bevalling.
2) Tegelijkertijd is de lijn tussen regels maken en jezelf dingen opleggen flinterdun.
Het is het verschil tussen:
Ik wil graag de natuur zijn gang laten gaan en: mijn lichaam moet dit zelf kunnen.
Tussen:
Ik wil liever alleen natuurlijke pijnbestrijding en: ik mag geen mietje zijn.
Tussen:
Dit wil ík graag en: zelfs nicht José die normaal heel kleinzerig is, kreeg haar baby thuis zonder een kick te geven, dus dan moet ik het ook zo doen.
Als we samen voorbereiden op de bevalling, vraag ik dus altijd door. Wat maakt dat je liever thuis bevalt? In welk opzicht voelt het ziekenhuis beter? Wat betekent ´natuurlijk´ voor jou? Zo ben je er zeker van dat je keuze zuiver is, wat niets meer betekent dan dat ie alleen om jou draait.
Als ik iets voor je mag wensen, is het dat.
En als blijkt dat je iets wilt, omdat het zo heurt? Dan help ik je daar op een zachte, speelse manier van los te maken. ¨Haaaa,¨ zei Mara bijvoorbeeld laatst op mijn bank, na een krachtige loslaat-oefening. ¨Ik respecteer nu dat degenen in mijn omgeving liefst zonder poespas bevallen, maar er zit geen lading voor mij meer op. Ik heb zelfs hun goedkeuring niet nodig als ik het anders wil doen.¨
En ze beviel.
Zonder poespas – omdat zíj het wilde.